Amper verhuisd naar een woning in Zeeland, loopt Abdoel een man tegen het lijf die sprekend lijkt op een van de betrokkenen bij de liquidatie van zijn broer, 16 jaar geleden in Pakistan. Vergissen kan Abdoel zich niet, want deze man -erkend vluchteling met een Nederlands paspoort- blijkt een plaatsgenoot. Na die eerste confrontatie komt hij de ex-medewerker van de Afghaanse geheime dienst Khad dan ook geregeld op straat tegen.
Zelf is Abdoel ook niet onopgemerkt gebleven, want al spoedig wordt hij telefonisch bedreigd. ‘Als jij naar de politie stapt, vermoorden we jou ook’, krijgt hij te horen. Hij wordt zelfs thuis opgezocht door vijf voormalige Khad-leden. ,,Ze zeiden dat ze wisten dat ik de broer was van die vermoorde arts in Pakistan en dat ik mijn mond moest houden tegenover de politie hier.”
Abdoel -niet zijn echte naam- weet eerst niet wat te doen. Uiteindelijk licht hij toch de politie in. Die kan echter niets uitrichten. De moordenaar van zijn broer ontloopt hij zoveel mogelijk. ,,Als ik hem nu tegenkom, draai ik mijn hoofd om en wandel de andere kant op.” Bevredigend vindt hij de situatie allerminst. ,,De wetenschap dat die man vlakbij mij woont, is geen prettige gedachte”, stelt hij eufemistisch.
In Nederland wonen circa 35000 Afghanen, het grootste contingent buiten de eigen regio. De meesten zijn gevlucht voor het communistisch regime in de jaren ’80, dat op zijn beurt massaal de wijk nam voor de Moedjahidien en de Taliban in de jaren ’90. Ook die laatste categorieën zijn hier -zij het minder talrijk- vertegenwoordigd. De Binnenlandse veiligheidsdienst (BVD) meent in zijn jaarverslag over 1999 dat ‘dit potentieel explosief mengsel van politieke tegenstellingen het risico in zich draagt van gewelddadige uitbarstingen’.
Zo lopen slachtoffers van bijvoorbeeld de communisten een reële kans hun folteraars hier tegen te komen. Dat mag de Nederlandse overheid zichzelf aanrekenen, vinden critici. Nederland zou mensenrechtenschenders te gemakkelijk onderdak bieden. Bovendien heeft de vervolging van oorlogsmisdadigers hier geen hoge prioriteit. De eerste zaak moet nog voor de rechter worden gebracht.
De Afghaanse gemeenschap in Nederland is goed georganiseerd. De meeste Afghanen zijn verenigd in Favon, de koepel van Afghaanse verenigingen in Nederland. De communisten hebben zich verenigd in Gaarn.
Om een grotere aanhang te realiseren, begon Gaarn enige tijd geleden met een agressieve wervingscampagne. Overal in het land werden -culturele- verenigingen opgericht, soms met (geldelijke) steun van VluchtelingenWerk en/of de plaatselijke overheid, zoals in Tilburg, Oss, Utrecht, Nijmegen en Arnhem. Aanhangers van het communistisch regime deden zich ook gelden in de asielzoekerscentra, waar tegenstanders regelmatig werden geïntimideerd.
Langs andere weg werden bijeenkomsten van tegenstanders verstoord door Afghaanse bendes uit Amsterdam, Rotterdam, Leiden en Haarlem. Eind vorig jaar viel zelfs een dode tijdens een Afghaans feest in een Rotterdamse school. Sindsdien nam het aantal intimidaties overigens fors af.
Over de aanhang van de Taliban in Nederland is minder bekend. Hun aantal wordt door een ingewijde geschat op maximaal duizend. Zeker is dat de minister van volksgezondheid van het Taliban-regime, mullah Mohammad Abbas, begin dit jaar even stiekem in Nederland was voor een geheime bijeenkomst in Almere. Tegenover een gehoor van met name voormalig communisten en Moedjahidienstrijders zou hij hebben opgeroepen tot demonstraties voor erkenning van het Talibanregime als het wettig gezag in Afghanistan.
De voormalige rechterhand van de streng islamitische Moedjahidienleider Goelboeddin Hekmatiar in Nederland, Halim Tanwir, heeft zich ook bekeerd tot Taliban. In zijn eigen blad Al Bader (Volle maan) riep hij landgenoten op hetzelfde te doen. Of ze dat na de gebeurtenissen in New York en Washington nog zullen doen, is zeer de vraag.
Bron: https://www.trouw.nl/nieuws/vetes-splijten-afghaanse-gemeenschap~b848dd90/