Volks krant-oorlogsmisdrijven- Dondegag 17/2/2022
Justitie denkt overtuigend bewijs te hebben dat een 76-jarige Afghaanse Nederlander, die jarenlang in Kerkrade woonde, in de jaren tachtig commandant was bij de beruchte foltergevangenis Pul-e-Charkhi in Afghanistan. Woensdag begon het inhoudelijke proces tegen hem.Abel Bormans16 februari 2022, 22:01
De verdachte viel op een opvallend moment in slaap, tijdens de zitting woensdagmiddag. De rechtbank in Den Haag verhaalde net over hoe de Afghaanse geheime dienst Khad ten tijde van de communistische periode in de jaren tachtig zo’n 150 duizendmensen arresteerde. En dat er van hen duizenden, zonder eerlijk proces, waren geëxecuteerd. Nadat de rechter die woorden had uitgesproken, keek ze even op. En zag dat een niet onbelangrijk personage uit haar verhaal even was weggedommeld: de vermoedelijke Abdul Razaq A., voormalig hoofd van de politieke gevangenis Pul-e-Charkhi, even buiten Kabul.
Het Openbaar Ministerie houdt de verdachte, die jarenlang in Kerkrade woonde,verantwoordelijk voor oorlogsmisdrijven. De omstandigheden in de Pul-e-Charkhi-gevangenis (bijnaam: het Slachthuis) worden door internationale organisaties als Amnesty International ‘erbarmelijk’ genoemd, zo valt in rapporten uit die jaren te lezen. Er waren signalen van marteling, onder meer door elektrische schokken, het verbrijzelen van handen en het uittrekken van nagels.
Lijfstraffen
De Nederlandse justitie vond meer dan twintig ex-gevangenen die wilden getuigen. Zij stelden dat hun behandeling verslechterde toen A. de touwtjes in handen kreeg – getuigen verschillen van mening of hij ‘commandant’ of ‘hoofd politieke zaken’ moet worden genoemd. Ze zagen onder meer dat A. de bewakers beval om lijfstraffen uit te delen of om gevangenen ‘mee te nemen’, waarna die met gebroken ledematen terugkeerden. Basisrechten, zoals luchten, naar de wc gaan en bezoek ontvangen, werden onder zijn leiding tot een minimum beperkt.
De door het OM als A. geïdentificeerde verdachte, die sinds 2001 in Nederland woont en nu ruim twee jaar vastzit, is inmiddels 76 jaar. Is de hoestende man die zich met een rolstoel de rechtszaal liet binnenrijden de gevreesde commandant van een martelgevangenis? Op inhoudelijke vragen van de rechtbank wilde hij niet reageren. ‘Ik ben duizelig en herinner me niks meer’, zei hij herhaaldelijk. Hij beweerde niet te weten wie hij is en verwees naar zijn advocaat.
Leraar wiskunde en natuurkunde
Tegen de Immigratie- en Nationalisatiedienst (IND) en politieheeft de verdachte telkens volgehouden in Afghanistan leraar wiskunde en natuurkunde te zijn geweest. Hij zou niet A. heten, maar R. Het verschil tussen de twee achternamen is in het Afghaans maar één puntje.
De vraag is of die verdediging zal standhouden. De politie, die sinds 2012 onderzoek naar de verdachte doet, bouwde een fors dossier op. Uit onderzoek blijkt dat het identiteitsbewijs met pennestreken is aangepast. Ook bewaarde de verdachte krantenartikelen, foto’s en andere documenten die erop duiden dat hij in feite A. is.
Uit afluisteropnamen blijkt volgens het OM dat de verdachte thuis en tegen familieleden zijn identiteit bepaaldniet geheim hield. Bevriende Afghanen spraken hem aan met ‘kameraad A.’. Zijn vrouw sprak tegen hun dochter over hem als de ‘grote directeur bij de inlichtingendienst’. Ook antwoordde de verdachte ‘ja’ op de vraag van een zoon of hij in Afghanistan ‘A.’ heette. Zijn kinderen raadden hem aan dat geheim te houden. Tegen de mandie zijn cv-ketel kwam maken, noemde de verdachte zichzelf wel ‘R.’.
Ook werd de verdachte gesignaleerd bij het kantoor van advocaat Bram Moszkowicz, die veel zogeheten 1F’ers heeft bijgestaan. Dat zijn vluchtelingen van wie het vermoeden bestaat dat ze zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdrijven of misdaden tegen de menselijkheid. Al even saillant is dat de verdachte actief was voor een politieke beweging in Europa die voortkwam uit de communistische Democratische Volkspartij Afghanistan (DVPA). Hij werd zelfs verkozen tot ‘hoofd controle en toezicht in Nederland’.
Strijdvaardig
De Nederlandse justitie oogt strijdvaardig in het vervolgen van internationale oorlogsmisdadigers. Vorige week stond de Surinaamse Nederlander Abdoel L. terecht. Hij zou als militair in het leger van Desi Bouterse verscheidene burgers hebben vermoord, onder wie kinderen. En vorig jaar kreeg de Syriër Ahmad al K. twintig jaar cel vanwege een leidende rol bij de executie van een militair van het Syrische regeringsleger. Een woordvoerder van het OM laat weten dat er de laatste tijd inderdaad ‘meer fte’ aan internationale misdrijven wordt besteed, maar dat sommige zaken, zoals het onderzoek naar A., al langer lopen.
‘Abdul Razaq A.’ is de zesde Afghaanse vluchteling die voor een Nederlandse rechter moet komen op verdenking van in Afghanistan begane misdrijven. In eerdere strafzaken volgdentwee veroordelingen. Hesamuddin Hesam, die tussen 1983 en 1990 aan het hoofd van de Khad stond, kreegin 2005 twaalf jaar celstraf. Zijn hoofd ‘ondervraging en onderzoek’, Habibullah Jalalzoy, werd tot negen jaar cel veroordeeld. Beiden waren betrokken bij marteling van politieke tegenstanders.
Donderdag wordt bekend welke straf het OM eist tegen ‘A.’ Op oorlogsmisdrijven staan straffen die kunnen oplopen tot levenslang. Over enkele weken volgt de uitspraak. Dan zal blijken of de verdachte inderdaad de gevreesde commandant was die in de jaren tachtig een schrikbewind voerde in Pul-e-Charkhi, de gevangenis die momenteel wordt gebruikt door de Taliban.